Verslag | Duurzaamheid binnen de textielindustrie is een belangrijk onderwerp voor het Nederlands Textielinstituut. In een jaarlijks terugkerend congres, stelde het instituut ditmaal op de Dag van de Duurzaamheid (11-11) de vraag: ‘Waar liggen de vezels van de toekomst?’
Sprekers van onder andere TU Delft, Saxion en Desso toonden nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. De textiele materialen blijken zowel biologisch, technisch als functioneel.
Het Nederlands Textielinstituut is al enige tijd bezig met duurzaamheid. Henk Gooijer, initiatiefnemer en voorzitter van het congres geeft aan: “Duurzaamheid is van belang binnen de ontwikkeling van textiel en ook voor een duurzame toekomst.” Han Brezet, Research Director en DfS Professor aan TU Delft vindt het belangrijk dat bedrijven alle aspecten bekijken en uiteindelijk verduurzamen, zoals schoner produceren, slimmer distribueren, de levensduur van producten verlengen en producten recyclebaar/ herbruikbaar maken.
TU Delft werkt sinds 1990 aan op MVO gerichte productinnovatie. Op het moment werkt de universiteit met een team van tien stafleden, twee professoren en dertig PhD studenten, waaronder Natascha van der Velden. De Nederlandse PhD studente is bezig met een analyse rond de fair fashion markt. Natascha toonde twee nieuwe ontwikkelingen op het gebied van fashion design gecombineerd met wetenschap. ‘Bio Couture’ en ‘Spray on Clothing’. Het textiel van de Bio Couture groeit in een laboratorium. Het is een reactie tussen twee componenten, groene thee en een bacterie.
Ger Brinks, dagvoorzitter en lector Smart Functional Textiles schetste recente en de te verwachten ontwikkelingen op het gebied van technisch en functioneel textiel. Hieruit bleek dat de biotechnologie heel belangrijk is, zoals het aller oude biopolymer (levende organismen), enzymen en biomimics. Het Bio Couture project is een goed voorbeeld van de biotechnologie. Ook is er een nieuw ecologische materiaal ontwikkeld uit ricinuszaad/ boon, de Greenfil © nylon 11. Het wordt gebruikt voor kleding en reistassen. Ook sprak Brinks over ‘Spidersilk’, dit is een biopolymer dat even sterk is als staal.
Golden Spider Silk: The Process from Victoria and Albert Museum on Vimeo.
Het bedrijf Desso, fabrikant van projecttapijt en Cradle to Cradle tapijttegels, vond een nieuwe technologie uit, om allergische reacties op fijnstof te verminderen. De Airmaster© vloertegel houdt stofdeeltjes vast, tot het wordt opgezogen met de stofzuiger. En met de ontwikkelde Cradle to Cradle vloertegel bespaart het bedrijf op lange termijn kosten, doordat afvalmaterialen terugkomen in het bedrijf en opnieuw gebruikt worden.
En verrassend genoeg toonde Ames Europe enkele voorbeelden van 3D breien, waaronder een BMW in een, in vorm gebreid jasje. Het textiel bedrijf WevoTex, leverancier aan wasserijen en linnenverhuurders toonde zijn ‘high strength towel’. Deze handdoek heeft een polyester ketting en een katoenen inslag, waardoor de droogtijd tot bijna 50 procent wordt verkort in een standaard droger. Tenslotte presenteerde NPSP zijn biocomposieten. Een materiaal dat veel gebruikt wordt in de design industrie en vergelijkbaar is met glasvezel. Nature Based Composites (NaBasCo) bestaat onder andere uit natuurvezels als vlas en hennep. De biocomposieten verlengen de levensduur van het product tot 25 jaar.
De dag werd afgesloten met een goede conclusie van de dagvoorzitter Ger Brinks: “Duurzaamheid behoort in de hele textiel- en modeketen te voltrekken. Van begin tot het eind.” Als bedrijf is het onmogelijk vanaf dag één geheel duurzaam te zijn, maar iedereen kan het stapsgewijs oppakken.
Dit artikel is geschreven voor FashionUnited.